Midden in Roosendaal staat de Sint Jan, een prachtige waterstaatskerk die uitkijkt over de markt. De Sint Jan wordt ook wel eens de wieg van Roosendaal genoemd, omdat daar meer dan 750 jaar geleden de geschiedenis van Roosendaal is begonnen.
De geschiedenis van de Sint Jan gaat terug tot en met de dertiende eeuw. Toen vroegen de inwoners van Langdonk, Hulsdonk en Kalsdonk toestemming aan de heer van Breda om een kapel te bouwen op de plek waar nu de Sint Jan staat. Het gebied wat we nu Roosendaal noemen behoorde voor die tijd tot de parochie van Nispen, waar ook het huidige Zegge, Essen, Kalmthout, Nieuwmoer, Achterbroek en Wildert onder vielen. Waarschijnlijk wilde men de kapel bouwen omdat ze de weg die ze af moesten leggen naar de kerk van Nispen te lang vonden. De heer van Breda gaf de toestemming in 1268. Dit weten we dankzij een akte uit dat jaar die bewaard is gebleven. Bijzonder is dat deze akte ook de oudste bron is waarin de naam Roosendaal genoemd wordt: ‘in loco dicto Rosendale’, ofwel in een plaats genaamd Roosendaal.
De kapel werd een zelfstandige parochiekerk in 1510. In en om het gebouw vonden vele historische ontwikkelingen plaats. Van de Tachtigjarige Oorlog tot Napoleon en van verwoesting tot wederopbouw, de tijd heeft er niet stilgestaan. Eind vorige eeuw begonnen er echt grote veranderingen op te treden. De Nederlandse samenleving seculariseerde vanaf de jaren ’60 van de vorige eeuw steeds verder en het aantal kerkgangers nam drastisch af. Een flink aantal kerken werd aan de eredienst onttrokken, zo ook de Sint Jan in 2003.
Enkele niet-religieuze partijen probeerde iets moois op te zetten in de Sint Jan, maar toen de laatste huurder in 2019 het huurcontract opzegde is de kerk leeg komen te staan. En daar gaan wij als Cultuurcluster iets aan doen! Meer informatie over de plannen daar voor vindt u hier.